Editoriaal – n°5 – juni 2006

SONY DSCSoms vraag ik mij af waar ik in feite mee bezig ben, wanneer ik met veel enthousiasme en op uitnodiging naar een aangekondigde wijndegustatie ga en twee uur later noodgedwongen met evenveel enthousiasme moet wegvluchten. Naast de gezochte lichte beneveling die ik welwillend over mijn gemoed laat vallen, heerst er ook een gevoel van ongeloof, woede en frustratie. Het heeft natuurlijk niets met de heerlijke wijn te maken. De wijn was eens te meer lekker en de organisatie werkte zichzelf uit de naad om het edele vocht op een unieke manier aan de man te brengen. Het ging erom dat de sommige aanwezigen de essentie van het wijnproeven volledig missen; het ging erom dat degusteren plotseling rekenkundig labowerk werd; het ging erom dat het wijnplezier moest wijken voor een pseudo-eruditie die niets meer met wijnliefde te maken had dan wel met een persoonlijke verheerlijking van de proevers wijnvocabularium.

In stilte probeerde ik te genieten van een goed gemaakte wijn, terwijl naast mij iemand de ganse avond zat te lullen over de matige bewaarpotentie van de wijn en er lichtzinnig Parkerpunten aan gaf. Zijn avond was pas geslaagd wanneer op zijn lijstje minstens drievierde van de geproefde wijn meer dan 90 punten hadden gekregen. Dat de man zijn eigen smaakvoorkeur niet kon onderscheiden van de eigenlijke kwaliteit en typiciteit van de wijn, moesten de ‘dwaze’ omstanders maar incasseren. Het ergste van de zaak was dat meer dan de helft van mijn disgenoten door deze luidruchtige ‘Parker-kwijletter’ in hun proeven werden beïnvloed. De punten vlogen langs mijn oren en de wijnen werden ‘gescoord’ alsof er een competitie bezig was. Wat uiteindelijk een leuke en originele degustatie moest worden, werd een examen met idioten. Ik stond versteld van de manier waarop sommige wijnliefhebbers-hun-naam-niet-waardig je alle plezier in het drinken van wijn konden ontnemen. Voor mijn part kunnen dergelijke ‘mathematische’ wijnproevers de boom in en mogen ze hun puntenlijstjes steken waar het mij het meest pleziert.

Het is eigenaardig dat ik het moet zeggen, maar vrouwen zie ik nauwelijks met zo’n lijstjes bezig. Ik heb er lang moeten over nadenken naar het waarom van deze vaststelling. Bij het lezen van een roman van Lewis Perdue, dat trouwens niets met wijn te maken heeft, werd mij een originele thesis voor de voeten geworpen dat mogelijks een verklaring kan zijn van deze zeer verschillende benadering van mannen en vrouwen ten opzichte van wijndrinken. Mannen, aldus (een personage van) Perdue, hebben een probleem met het sensuele van wijn…het seksuele als je dat liever hebt. Bij het drinken van wijn willen ze dénken, niet voélen. Ze zijn als de dood voor het voelen, dus desensualiseren ze de wijn door hem te kwantificeren: ze geven er cijfers aan, ontleden hem in zuren en suikers, schrijven eindeloze verhalen over de wijnboer, het weer, de rendementscontrole, hoeveel centimeter regen de wijngaard heeft gehad. Ze willen wijn verzamelen, niet gewoon maar drinken.

Ze hebben zelfbenoemde wijnpriesters/goeroes die hun eigen taaltje spreken, alleen voor ingewijden. Ze hebben vaste dogma’s over welke wijnen goed zijn en welke niet, en welke je waar bij moet drinken in welke glazen. Bij hun wijnrituelen steekt elke gevestigde religie armtierig af. Ze hebben boeken en tijdschriften die ze als een soort heilige Schrift allemaal uit hun hoofd leren. Ze hebben meer met het concept ‘wijn’ dan met de belevenis van het drinken. Het probleem is dat vele mannen zo helemaal opgaan in al deze cerebrale kanten- klare flauwekul dat ze het sensuele van wijn nooit echt ervaren, zichzelf nooit toestaan er gewoon van te genieten. Wat meer is, denkt Perdue, de mannen doen dit expres. Ze zijn bang voor wat ze niet kunnen kwantificeren, omdat je met kwantificatie de boel onder controle brengt. Het is net zoals bij godsdienstbeleving. De angst voor sensaties, die gruwelijke doodsangst voor dingen die je voelt als tegengesteld aan dingen die je niet kunt voelen, is de reden dat de door mannelijke gedomineerde godsdiensten de Grote Godin hebben verdreven – zij was sensueel, seksueel. Die kerels moesten God tot een hanteerbare entiteit kunnen terugbrengen, zoals ze dat met wijn doen. Alles heeft te maken met het ervaren van het onbeschrijflijke, of met voelen in plaats van denken; in dat opzicht hebben wijn en de schepper van ons universum een hoop met elkaar gemeen. Ze zijn allebei sensueel en ze moeten allebei gevoelsmatig worden ondergaan, in plaats van begrepen of kapotgeanalyseerd. Een godsbeeld kon dus onmogelijk vrouwelijk zijn, laat staan dat er ooit een vrouwelijke Messias zou hebben bestaan.

Het hart van de mensen is hard geworden omdat ze het vrouwelijke in hun godsbeeld, wereldbeeld en mensbeeld zijn kwijtgeraakt. De westerse beschaving berust op logica, maar met logica is het oneindige of het sensuele niet goed te begrijpen. Doorheen de (christelijke) geschiedenis moesten de mannen alles onder controle kunnen hebben, en aangezien dat met betrekking tot hun eigen driften niet erg lukte, besloten ze dan maar het voorwerp van die driften te gaan onderdrukken. De meeste zedelijkheidswetten van onze christelijke beschaving leggen het gedrag van vrouwen en niet van mannen aan banden. Mannen gaan met een knipoogje en een hoofdknik hun boekje te buiten; vrouwen worden aan de schandpaal genageld. Dat was ongeveer de enige manier waarop hun hoofd enige controle over hun genitaliën kon krijgen. Enfin, een theorie die kan tellen en die daarenboven recentelijk door de godsdiensthistorica Annine Van der Meer (in haar opmerkelijk werk “Van Venus tot Madonna”) met kracht wetenschappelijk wordt bevestigd.

In deze optiek berust ik erin dat deze 90+-freaks ofwel het slachtoffer zijn hun slecht verwerkte christelijke opvoeding ofwel een problematisch seksuele leven hebben en aldus zich verschuilen achter een mathematische machologica dat niet echt past bij wijngenieten. Voortaan zal ik in mijn vuistje lachen wanneer op een degustatie een of ander creatuur mijn genot doorbreekt met zijn puntenlexicon. Zo’n ventje is onmiddellijk ontmanteld als een gefrustreerde papenvreter of een doorwinterde vrouwenonderdrukker. Wees op uw hoede! En toch zijn vergelijkende degustaties nodig om kwalitatieve normen voorop te kunnen stellen. Doet dit dan op een gepaste manier en niet wanneer wijnliefhebbers een gezellige avond rond wijn willen meemaken. Organiseer wedstrijden of proefpanels zoveel men maar wil. De resultaten zijn steeds leuk om deze te vergelijken met uw eigen indrukken. We mogen niet vergeten dat vinologie geen wetenschap is en dat dé wijnwaarheid niet bestaat. Vanuit de Vlaamse Wijngilde hebben we dit al lang begrepen. De combinatie tussen wijnkennis en wijnplezier loopt als een rode draad door onze doelstelling. Wijngildes zijn clubs waar op een intense en gemoedelijke manier op ontdekking wordt gegaan naar interessante wijnen en waar het groepsgebeuren minstens even belangrijk is. Bij dit laatste staat ontspanning en plezier in directe correlatie met het inhoudelijke. Misschien is het voor sommigen noodzakelijk om in dit kader naar een soort vinologische herbronning te gaan en wijn opnieuw te zien als een product die uw maaltijd of uw avond op een hoger genotsniveau kan tillen. Want wijn is cultuur, wijn is in zekere opzichten zelfs kunst. En kunst is er om u te prikkelen. Laten we dus genieten… ook van deze nieuwe editie van Ken Wijn-magazine.