Editoriaal – n°6 – december 2006

KW06Zich lanceren in de wijnbusiness is op zich een uitdagende aangelegenheid, waarbij de idyllische illusie bestaat dat vaak het aangename aan het nuttige kan worden gekoppeld. Sommigen doen dit uit liefde voor de wijn en vooral voor de portemonnee. Anderen laten zich enkel vangen voor de liefde. Voor de laatste categorie heb ik uiteraard een boontje, hoewel zij als champignons uit de grond schieten en zowaar nog sneller van de markt verdwijnen dan hun schaduw. Voor hen is de prijs van een goed product een bijzaak. Voor hen is de presentatie van een indrukwekkende ontdekking die niemand kent, nog beter dan het ultieme orgasme. Voor hen is lichtjes beneveld worden, filosoferend over grote wijnen met potentiële klanten, een deugd. De mens achter de wijn boeit hen veel meer dan de verkoopsstatistieken. Het onvoorwaardelijke en blinde geloof in de kracht van een unieke wijnfles resulteert jammer genoeg in de onvermijdelijke kracht van het faillissement. Het zijn enkel diegenen waar het degustatietalent recht evenredig staat met hun rekentalent die hun respectvol bestaan kunnen bestendigen. Want de wijnbusiness is niet idyllisch. Geen enkele business is dat.

En toch wil ik hier de kleine wijnhandel, de idealistische cavisten die ten gunste van de echte wijnliefhebber elke dag hun vinologische zoektocht verderzetten, een eresaluut brengen. De kwantitatieve en financiële pletwalsen van de grootwarenhuizen zijn zo vernietigend, dat het verwonderlijk is dat de kleinhandel nog kan ademen. Neem nu de recente knuffelactie (lees knock-outactie) van Aldi waar je een vino Nnobile di montepulciano kan kopen aan iets meer dan vijf euro, een châteauneuf-du-pape aan acht euro; een saint-émilion grand cru of een rioja gran reserva aan nog geen zeven euro en een cru vacqueyras (en dan nog gemedailleerd met zilver op de Concours Mondial de Bruxelles 2005) aan nog geen vier euro. Ik was met verstomming geslagen bij het zien van deze prostitutie van mijn lievelingsappellatie Vacqueyras. Dit is een pure terreuraanslag op de kleine cavist. Is Aldi nu het prototype geworden van de hedendaagse Al Quaeda van de wijnwereld? Ik dus pisnijdig naar Aldi om al dat prijzengeweld met eigen ogen gade te slaan. Quasi undercover sloop ik tussen de afschuwelijke rekken van de winkel waar ik nooit één stap had binnen gezet.

Met ontzetting zag ik de promotieflessen in een ijzeren stapelmand op een hoopje liggen in een hel verlichte ruimte, waar er een weelderige wijnen verdwenen gretig in de karren van de consument tussen de kratten bier, limonades, saucissen en WC-papier, alsof het hier om een banale frisdrank ging. De spotgoedkope vacqueyras was tot overmaat van ramp al uitverkocht. Met de moed der wanhoop heb ik hem uiteindelijk in een andere Aldi te Gent gevonden. Twee Aldis op een zaterdagmiddag was echt te veel gevraagd. OK, ik geef toe, commercieel scoorde Aldi als geen ander en de wijnen verkochten als zoete broodjes. In elke winkelkar lag minstens één van de 20 promotiewijnen. Op het gezicht van de koper zag je duidelijk dat de enige drijfveer van de aankoop de prijs was. Thuis zullen ze een ander gezicht opzetten bij het openen van deze goedkope brol, lachte ik bij mezelf in mijn vuistje. Eerder gebukt onder de schaamte van mijn vinologische aankoop in Aldi, vluchtte ik als een schicht richting huis. De waarheid zal zijn gerechtigheid kennen.

Ik kon mijn ongeduld amper bedwingen om de flessen te openen en het vonnis genadeloos toe te laten slaan. Vijf glazen voor de vijf kwestieuze promotiewijnen stonden voor mij. De laptop in aanslag om opnieuw een verhelderend editoriaal te kunnen neerpennen; een humeur volledig op de helling omwille van mijn Aldi-escapade en een vooringenomenheid van hier tot de evenaar. De bijl was aangescherpt om het grootkapitaal van de warenhuizen in mootjes te hakken. De goesting om uit te halen naar de prijsmonopolies van de grote ketens, ter verdediging van onderdrukte sukkelaars van wijnbouwers, was zeer groot. Het moet gedaan zijn de mensen te bedotten met lage prijswijnen uit gereputeerde wijnregio’s, terwijl de kwaliteit hoegenaamd geen parameter blijkt te zijn. Geconcentreerd begon ik aan de pijnbank, die voor eenmaal een degustatietafel was. De geuren van de vijf wijnen waren verrassend correct en aangenaam. Enkel de saint-emilion grand cru 2004 ontgoochelde lichtjes vanwege zijn geslotenheid. Ik kon haast mijn neus niet geloven: één al fruitigheid in vier van de vijf flessen. Maar dit zegt niets, suste ik mijzelf. Aroma’s zijn perfect manipuleerbaar. Als wijnmaker weet ik zeer goed dat het gebruik van smaakgisten een indrukwekkende invloed kunnen hebben op de aromatische capaciteit van een wijn. Deze geuren vallen trouwens volledig door de mand wanneer je de fles enkele uren laat openstaan. We zullen wel zien, maakte ik mezelf wijs. Over naar de mond. Ik proefde de vijf wijnen onmiddellijk na elkaar. De verbijstering sloeg beangstigend toe. De eerste indruk was er één van: lekkere wijnen, nietwaar? Misschien was ik niet in goeden doen. Ik liet mijn vrouw, die mijn opwinding niet begreep, ook proeven. “Hmm, lekkere wijntjes”, zei ze met een onschuld waarop ik meteen zou kunnen overgaan tot een passionele moord.

Inderdaad, de promotiewijnen van Aldi waren lekker. Ze waren allemaal overdreven fruitig en speels, wat voor de vooropgestelde prijzen absoluut geen schande was. Analytisch waren deze wijnen verre van perfect en in sommigen sprongen de sulfieten zo uit het glas, maar voor directe consumptie (waarvoor ze zeker zijn bedoeld) en rekening houdend met de prijs-kwaliteitverhouding waren ze stuk voor stuk een schot in de roos. Tot overmaat van ramp haalde voor mij de vacqueyras (Rubis des Vignes 2004) en de châteauneuf-du-pape (Réserve des Mages 2004) de beste scores. Deze twee voor mij totaal onbekende wijnen werden gemaakt door of voor respectievelijk “EMB” en Louis Mousset. Als er één streek is die ik vinologisch uit het hoofd ken, dan is het wel de zuidelijke Rhône. Welnu, ik heb nog nooit gehoord van de illustere negociant EMB of nog veel minder van Louis Mousset (tenzij hier er een link zou bestaan met château Fine Roches). De châteauneuf-du-pape blijkt trouwens ook gebotteld te zijn door EMB. Het blijft een raadsel, waar ik mij misschien nodeloos druk over maak, maar het besef dat de authenticiteit van deze wijnen moeilijk te achterhalen zijn blijft bij mij knagen. Uit praktijkervaring weet ik echter dat een ernstig gemaakte fles wijn nooit onder de drie euro de kelder kan verlaten. Het zal de Aldi-consument een zorg wezen.

De echte wijnliefhebber weet het allemaal niet meer. Hoe chaotischer (of catastrofaler) de financiële wijnmarkt is, des te meer grootwarenhuizen kunnen uitpakken met schandalig goedkope en drinkbare wijnen en des te meer ze de verontwaardigde wijnmakers kunnen uitzuigen. Waar gaat dit eindigen? In ieder geval heeft Aldi bewezen dat mijn vooringenomenheid op niets berust. Maar het is tevens een onwaarschijnlijk signaal dat klassieke economische parameters in de wijnwereld niet meer tellen. Ik ben volledig in de war en mijn respect voor de kleine wijnhandelaar neemt ongewone proporties aan. Goede wijn hoeft niet altijd duur te zijn en dat weten ook de kleine cavisten in Vlaanderen. De jaarlijkse oefening die Frank Van der Auwera doet om de beste 300 wijnen onder de tien euro in boekvorm de wereld in te sturen is een noodzakelijke en leuke verademing voor iedere wijnliefhebber en bewijst dat ook cavisten indrukwekkende inspanningen doen om budgetvriendelijke kwaliteitswijnen op de markt te brengen. Deze particuliere inspanningen worden volledig te niet gedaan door de prijsvervalsing van de grootwarenhuizen, waarbij wijnen onder de marktwaarde worden verkocht met de bedoeling als glijmiddel te dienen voor andere aankopen in hun winkels.

Ik kan er nog altijd niet bij: een cru vacqueyras verkopen onder de vier euro is ethisch, economisch en zelfs technisch niet mogelijk! Zoiets tast de geloofwaardigheid van een eerlijke wijnmarkt ernstig aan. En dan moeten wij onthutst vatstellen dat, naar aanleiding van de bekendmaking van de resultaten van een horecaonderzoek tijdens de Megavino-wijnbeurs, juist deze wijnen zijn die in de restaurants veel te duur worden verkocht. Inderdaad, de wijnbusiness is niet idyllisch. Met een lichte depressie kruip ik mijn kelder, drink ik uit pure frustratie mijn eigen biologisch gemaakte vacqueyras aan 14 euro tot op de bodem genoegzaam leeg en hoop intens dat de nieuwe editie van Ken Wijn-magazine nooit in Aldi te verkrijgen zal zijn.