1995 – Hoe wordt u een echte wijnkenner?

Ik doe mijn best, maar het lukt niet. Ik ruik zelfs geen verre aardbei. Maar dat is normaal: een neus moet geoefend worden.
Ja, mijn neus begint te werken. Ik ruik framboos, paardenstal, vanille, bloemen, tabak, hout, fruit en zelfs een natte hond!

panorama

Er wordt gewalst dat het een aard heeft. En toch zitten de honderd wijnliefhebbers van de Gentse Commanderij Osiris stevig op hun stoelen tijdens de degustatie van Spaanse wijn, die plaatsvindt in de Stedelijke Hotelschool. Walsen is in het wijnmilieu niet dansen, maar een roterende beweging met het glas maken waardoor het edele vocht beter zijn aroma’s prijsgeeft aan de neus.
De neus is trouwens hét belangrijkste orgaan bij het wijnproeven. Daarin zitten namelijk 50 miljoen reukcellen, die bijna evenveel geuren kunnen onderscheiden. De tong, ocharme, kan slechts vier smaken onderscheiden: zoet (op de punt), zout (net achter de punt), zuur (opzij) en bitter (achteraan).Bij de degustatie van wijn wordt de tong minder gebruikt om te proeven dan om in lyrische bewoordingen de drank te beschrijven. “Soms wordt er zelfs klinkklare nonsens verteld”, knipoogde de oenoloog die mij in de wondere wereld van de wijn introduceerde. Oenologie is van het Grieks afgeleid en betekent wijnkunde. Het eerste deel van het woord spreekt men niet uit als oen, maar als oin.

Lees hier het volledige artikel in Panorama uit 1995: presentatie CLOS 2003-panorama